donderdag 20 oktober 2011

Brief zonder adres

Wanneer iemand voor zijn tijd sterft vinden we dat onrechtvaardig. Nu zijn er wel mensen die daar anders over denken. Er is natuurlijk niet een bepaalde tijd waar je recht op hebt. Maar je gevoel laat zich niet overtuigen. Terecht, lijkt me.

De strijd tussen rechtvaardig en onrechtvaardig krijgt betekenis tegen een ideologische achtergrond. Bij de Grieken kon de strijd op meer fronten tegelijk worden gevoerd. Bij de tempel probeerde je de gerechtvaardigde besluiten der goden positief te beïnvloeden, of minstens te accepteren. Even verderop werd de strijd getheatraliseerd in stukken als Alkestis en Ifigeneia. En dan had je nog Sokrates die liet zien dat de doodstraf hem koud liet.

Onze ouders konden zich nog bewegen binnen een monotheïstische traditie, ook als ze al uit de kerk waren gestapt. Je klachten richtte je tegen God, in navolging van Job en de psalmen. Die schonk vervolgens troost en de belofte van de opstanding. Dat gebeurde steeds laverend tussen Scylla en Charibdis. Aan de ene kant lieten Dostojevski (Gebroeders Karamazov) en Camus (La peste) hun hoofdpersonen voluit tegen God protesteren. Aan de andere kant werden troost en belofte ingepast in een theodicee van het type 'God geeft en neemt', of van het type Kushner, 'God kan dit niet hebben gewild'.

Voor ons ongelovigen ontstaat een nieuw probleem. Waar kun je met je klacht terecht? De natuur gaat haar gang en steunt alleen de opposanten die denken dat er alleen maar gebeurt wat er gebeurt. Je kunt aan het werk, bijvoorbeeld door je aan te melden bij WKF. Zij zullen je klacht echter zo goed begrijpen dat je er niet mee verder komt.

Je wil graag met je klacht iemand of iets raken. Stuiten op een weerstand. Daarom stellen sommigen nu al voor het polytheïsme weer in te voeren. Je wil geen problemen verhelpen en voorkomen. Je wil dat iedereen kijkt naar deze vroeggestorvene. Walter Benjamins angelus novus doet dat al voor je, hij kijkt naar de onrechtvaardig gestorvenen in het verleden. En dan zijn er nog de dichters die begrijpen dat de dood van vroeggestorvenen effect moet hebben, hij mag de ruimte niet onberoerd laten. Rilke:

"Ist die Sage umsonst, dass einst in der Klage um Linos
wagende erste Musik dürre Erstarrung durchdrang;
dass erst im erschrockenen Raum, dem ein beinah göttlicher Jüngling
plötzlich für immer enttrat, das Leere in jene
Schwingung geriet, die uns jetzt hinreisst und tröstet und hilft."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten